In een wereld die voortdurend verandert moet een ontwerper zich steeds weer kunnen verhouden tot nieuwe vragen. Het is niet genoeg een mooi product of ruimte te ontwerpen die iets zegt over vandaag. Vandaag is immers snel achterhaald. Met die snelheid van veranderingen moet de ontwerper op zoek gaan naar de grenzen van het bekende omdat het onbekende zich snel voordoet. Deze nieuwe werkelijkheid vraagt om een andere ontwerper dan voorheen: werkend vanuit een onderzoekende en open houding.
IN_architecture stimuleert studenten daarom op zoek te gaan naar de grenzen van zichzelf en de grenzen van het vakgebied.
De studenten van de BA formuleren hun eigen afstudeeropgave met als doel vooruit te lopen op de vragen van morgen. Niet primair om vernieuwend te zijn maar te reageren op een nieuwe werkelijkheid.
Alice Bonestroo
Een herstelmoment: zintuiglijk ontwerp voor fysiek en mentaal welzijn
Je kent vast wel het heerlijke getik van regen op een dak. Dat geluid maakt je rustig en laat je zachtjes in slaap dommelen. Of als je door de stad loopt, je ineens de geur van je lievelingsmaaltijd ruikt. Je aandacht wordt vastgehouden terwijl jij de bron probeert te vinden. Ik vind het fascinerend hoe een onverwachte zintuiglijke prikkel in staat is om ons te grijpen en even niet los te laten. Onze samenleving vraagt veel van ons. Als je leven voelt als een opstapeling van drukte, stress en zorgen, kan dat op den duur mentaal erg zwaar worden. We hebben momenten nodig om te herstellen, maar deze laten we vaak moeilijk toe.
Als ontwerper wil ik het graag makkelijker maken rust te nemen in het dagelijks leven, op plekken middenin die drukte. En die zintuiglijke ervaringen, die zet ik daarvoor in.
Britt Wansink
Gevaar in architectuur
De westerse wereld gaat gebukt onder een prestatiedruk, met een stijging in burn-outs tot gevolg. Onbewust zijn we meegezogen in deze druk en de bijbehorende onzekerheden. Het frustreert mij hoe wij als mens blindelings de omgeving waarin we opgroeien volgen. Hoe wij dagelijkse routines vanuit die specifieke omgeving aanleren en deze, op de automatische piloot, uitvoeren. Ik ben van mening dat deze prestatiemaatschappij belichaamd wordt in de huidige functionalistische architectuur. Haar doelgerichtheid verstoord nergens onze aangeleerde gewoonten en haar belang voor veiligheid daagt ons nergens uit. Niks vraagt ons zelf keuzes te maken. Hierdoor beperkt de architectuur ons in het kunnen ontdekken.
Als ontwerper vind ik dat architectuur juist routines moet opschorten en gewoonten moet verstoren. Die verstoringen zijn in mijn optiek de opening naar het kunnen ontdekken, ervaren en de situatie kritisch beoordelen. Door risicovolle situaties te creëren waarbij fysieke impact mogelijk is, verstoor ik routines en vraag ik de mens om alertheid.
Celeste Duijsens
Klein gebaar, Grote impact
In ‘Klein gebaar, Grote impact’ ga ik langs bij alleenwonende ouderen in Nederland. Ik ben als sociaal ontwerper van mening dat deze mensen onze aandacht verdienen.
Ik begin het project bij mijn eigen oma, maar gaandeweg ontmoet ik ook anderen die ik eerst niet kende. Ik observeer, luister en vraag door. Wat zijn iemands hobby’s en gewoontes? Waar halen zij plezier uit? Welke herinneringen dragen zij met zich mee? Ik laat mij inspireren door het onderzoek en kies vervolgens een specifiek aspect uit, waar ik op inspeel.
De ontwerpen die hieruit ontstaan, zijn enkel het resultaat van die observaties en onderdeel van het gehele proces. Want hoewel ik met de gemaakte objecten iets positiefs probeer bij te dragen aan het leven van een ander, zit de meeste waarde eerder in de gesprekken die wij voeren, het luisterend oor dat ik hen kan bieden en het samenzijn in het moment.
Colette Lentink
Speelsheid op de werkvloer
Op de basisschool was ik net als elk ander kind vooral bezig met zorgeloos spelen en de omgeving ontdekken. Naarmate ik ouder werd, verdween dit zorgeloze gevoel door de toenemende verantwoordelijkheden. Vooral tijdens mijn stages op kantoor, waarbij ik vaak vast kwam te zitten in een eindeloze stroom van taken en deadlines. Ik verlang terug naar het spelen en ontdekken dat ik in mijn kindertijd deed.
Ik introduceer met dit ontwerp een nieuwe manier van werken die aan dit verlangen tegemoet kan komen. Ik verspreid de werkzaamheden, zoals geconcentreerd werken, samenwerken en telefoneren, over verschillende gebieden. Dit helpt om fysieke onderbrekingen te bevorderen.
De diverse werkplekken nodigen uit tot een speelse interactie met de materialen en vormen, waarbij lichamelijke interactie met de ruimte centraal staat. De vormen, kleuren en texturen wakkeren je nieuwsgierigheid aan en stimuleren een speelse en alternatieve wijze van werken. Met mijn ontwerp hoop ik stress te verminderen en mensen weer hun innerlijke kind te laten omarmen.
Daphne van Veen
Maar dat is toch gezellig!?
Ken je dat, dat je naar een verjaardag moet en dat je daar eigenlijk helemaal geen zin in hebt? Als je niet gaat staat (zit) het ook zo lullig. Heb je toch moed verzameld en ben je er, dan blijkt het een oer-Hollandse kringverjaardag te zijn.
Gezellig? Zelf vind ik het ongemakkelijk. Ik wil liever alleen zijn, maar ik wil het ook niet, omdat ik mij dan bekeken voel en twijfel of ik voldoe aan de ongeschreven regels. Ik wil ook meepraten, maar het lukt me niet om een plek te claimen in de groep.
De kringverjaardag gebruik ik als voorbeeld om te onderzoeken hoe ik mijn positie in ongemakkelijke situaties kan verbeteren. Ik heb daarvoor drie objecten ontworpen waarbij ik mij op humoristische wijze kan afzonderen, toekijken bij, of mengen in een gesprek. Ze werken als een kostuum en geven mij de mogelijkheid een rol aan te nemen waardoor het makkelijker wordt om contact te maken.
Eli Janssen
Rethinking traditional living in a digital era
De mens is vandaag de dag nauw verbonden met het digitale, we leven in een technotoop waarbij we door de dag heen continu in contact staan met een tweede realiteit. Door mijn jeugd in de jaren 90 heb ik de analoge wereld zonder (al te veel) invloeden van het digitale nog goed kunnen meemaken. Hierdoor zie ik de kracht van beide. In mijn afstudeerproject heb ik een woonhuis ontworpen waarin is nagedacht over de definitie van elke ruimte in de tijdgeest van dit moment. De ene ruimte behoeft een meer analoge benadering waarbij de mens een relatie aangaat met de ruimte, terwijl een andere ruimte een dienende functie zal herbergen, waar de mens de vrijheid heeft om relaties met zowel elkaar, als met de digitale realiteit aan te gaan.
Met mijn ontwerp tracht ik dan ook een nieuwe richting in te slaan voor het begrip wonen in deze tijd.
Elisa Nottelman
Jouw steun voor zelfvertrouwen
Ik heb gemerkt dat als er een onverwacht moment ontstaat tijdens een presentatie je vast kan lopen op wat je wil zeggen. Soms ben ik zoekende naar woorden om het best antwoord te geven. Daarom ben ik onderzoek gaan doen om iets te creëren dat zorgt dat je comfortabeler en zelfverzekerder staat. Staand een houding aannemen is soms wat ongemakkelijk. Je kan net niet de houding of houvast vinden. Zelf ga ik het liefst halfzittend ergens tegenaan leunen. Veel mensen zoeken ook iets om tegenaan te leunen of om ergens even je voet op te zetten. Hierom heb ik een ‘paal’ gemaakt waarin verschillende opties om te leunen mogelijk zijn.
Daarnaast bevat de paal diverse texturen waarmee je kunt friemelen. Dit helpt om je handen bezig te houden zonder het publiek af te leiden, waardoor je je gedachten kunt ordenen en de juiste woorden kunt vinden.
Emma van den Ende
Een stadhuis(plein) waar de inwoners en de gemeente elkaar weer kunnen vinden
In de afgelopen jaren heb ik Leiden – de stad waar ik ben opgegroeid – zien veranderen. Verstedelijking veroorzaakt een groeiende kloof tussen de inwoners en de gemeente. Steeds meer inwoners voelen zich niet begrepen en serieus genomen. Dat heeft een negatieve invloed op de sociale cohesie en het woonplezier. Als ontwerper maak ik me hier zorgen over.
Ik geloof dat het stadhuis een cruciale rol kan spelen bij het herstellen van de band tussen de inwoners en de gemeente, maar het stadhuisplein vormt een obstakel.
In mijn afstudeeropdracht verlaag ik de drempel om het stadhuis te bezoeken. Het plan omvat een herinrichting van het plein en de toevoeging van een burgerzaal. Het plein en de zaal kunnen vrij gebruikt worden voor ontmoetingen en activiteiten en dienen als ruimte waar de inwoners en de gemeente kunnen samenwerken.
In het plan creëer ik een levendig stadhuis(plein), waar de inwoners en de gemeente elkaar weer kunnen vinden.
Erik Niesing
De introductie van de androgyne transitieruimte
Als ontwerper ben ik een stem voor de queergemeenschap, die vaak wordt overschaduwd door de heersende ideeën van onze samenleving. Mijn werk pleit voor het doorbreken van traditionele architectuur die ongelijkheid in stand houdt.
In mijn scriptie ‘Jullie Penis is Wet’ onderzoek ik hoe mannelijke waarden de architectuur domineren en de gevolgen hiervan op de queergemeenschap. Ik gebruik mijn platform niet alleen voor eigen belang, maar om te strijden voor gelijkheid en het ontwikkelen van een nieuwe vorm van sociale interactie.
Wat mijn werk uniek maakt, is mijn affiniteit met de gemeenschap. Mijn boodschap is simpel, maar krachtig: architectuur vormt onze samenleving en daarom moet het een plek zijn waar iedereen zich op zijn, haar of diens gemak voelt.
Mijn afstudeerproject introduceert een androgyne transitieruimte, waar vragen belangrijker zijn dan antwoorden. Het daagt de toeschouwer uit om na te denken over hun eigen identiteit, zonder vast te zitten aan definities van man en vrouw.
Fabienne Eggink
Wat een poppenkast!?
De woningcrisis of beter het ruimtelijk probleem dat we op dit moment in Nederland hebben zorgt ervoor dat veel mensen geen of onvoldoende plek hebben om te wonen. Wat kunnen we daaraan doen? Moeten we steeds huizen bijbouwen of kunnen we onze woningoppervlaktes efficiënter inrichten en gebruiken? De een heeft een groot huis en de ander geen een, maar de meeste mensen vinden hun huis te klein. Is het huis te klein voor henzelf of voor al hun spullen?
Ik ontwerp meubelen die bestaan uit multifunctionele onderdelen waarmee de gebruiker kan spelen; het werkt net zoals speelgoed bouwblokjes. Je kunt de spullen erin categoriseren en de modules stapelen en schuiven om je kamer te transformeren – zo kun je iedere centimeter van de woonruimte gebruiken. In een kleine ruimte hoeven je niet minder spullen te hebben, maar moet je er flexibeler en bewuster mee omgaan. Mijn meubelen koesteren de spullen en optimaliseren tegelijk het gebruik van de ruimte. We verspillen minder en hebben ook meer mogelijkheden.
Henk van Vliet
Ontmoetingen onderweg
De snelle veranderingen in ons land roepen bij veel christenen steeds vaker vragen op over hun plaats in een vrijwel geseculariseerde maatschappij. De afweging tussen enerzijds het behoud van tradities, normen en waarden en anderzijds het belang van verbinding met de samenleving, blijkt een actueel dilemma te zijn.
Als ontwerper onderzoek ik hoe architectuur een nieuw perspectief kan bieden dat laat zien dat deze aspecten elkaar niet uitsluiten.
Dit resulteerde in een wandelroute die verschillende thema’s met een speciale betekenis binnen het christelijk geloof ruimtelijk laat ervaren. Doordat de thema’s ook universeel benaderbaar zijn kan een breed publiek zich in de ruimtelijke vertalingen herkennen. Zo ontstaat er een laagdrempelige mogelijkheid voor zowel gelovigen als niet-gelovigen om hun ervaringen te delen.
Door architectuur op deze manier te omarmen als middel tot verbinding, hoop ik dat ondanks verschillen een gesprek mogelijk wordt, dat zorgt voor begrip en een verrijking aan beide kanten.
Iboya Blok
Leven in de Orde
De toenemende woningnood heeft geleid tot de bouw van talrijke woningen op diverse locaties vaak resulterend in een uniforme reeks standaard rijtjeswoningen. Het gebrek aan diversiteit in woonruimtes beperkt de persoonlijke behoeften van bewoners.
In mijn afstudeerproject richt ik me op het creëren van een basisstructuur die ruimte biedt voor flexibiliteit in standaardinrichtingen. Deze structurele basis stelt bewoners in staat om hun woning met eenvoudige constructieve aanpassingen naar hun eigen wensen vorm te geven. Dat zorgt voor meer variatie in de woningbouw.
Mijn ontwerp is gebaseerd op de balans tussen orde en levendigheid. Ik werk graag binnen bepaalde kaders. Tegelijkertijd kunnen deze kaders beperkend zijn; daarom onderzoek ik ook hoe ik deze kaders kan verruimen. De basisstructuur biedt orde, terwijl de bewoners door hun aanpassingen leven in het ontwerp brengen. Met dit project streef ik ernaar om de diverse levensstijlen van verschillende gemeenschappen en individuen te ondersteunen, zodat zij zich echt thuis kunnen voelen.
Imke Hoek
Natuur vertalen in de architectuur
Ik houd van de natuur. Het licht dat van boven door het bladerdak valt, het pad dat de hoek om gaat en je nieuwsgierig maakt naar hoe het verder zal gaan. Daardoor voel je je thuis en rustig. De prikkels die we krijgen in de natuur zijn erg belangrijk om ons te kunnen verbinden met de wereld om ons heen. Dat gevoel mis ik in de architectuur. Als we binnen zitten krijgen we die prikkels niet mee, terwijl we daar juist veel behoefte aan hebben, zeker als we stress ervaren. De meeste mensen zitten veel binnen; het is dus erg belangrijk wat die binnenruimte met ons doet. Als ontwerper kijk ik naar de vormgeving in de natuur om die vervolgens te vertalen naar de architectuur. Op die manier kan ik een ruimte creëren die je hetzelfde rustige gevoel als de natuur geeft.
Jildou van Olm
De verplaatsbare werkplaats
Heb je dat zelf gemaakt? Dat wordt mij regelmatig gevraagd als ik aan mensen laat zien wat ik maak. Zelf dingen maken en uitproberen is iets wat ik al van jongs af aan doe. Veel van mijn werk ontstaat vanuit gevonden materialen die mensen weg doen. Ik krijg daar ideeën van. Door te ontwerpen vanuit wat ik vind ontstaat vaak iets wat ik van tevoren nooit had kunnen bedenken. Al rondreizend op zoek naar materiaal kom ik vaak op nieuwe ideeën door de omgeving of de mensen die ik tegenkom.
Ik heb een verplaatsbare werkplaats gemaakt van verschillende gevonden materialen die ik door heel Noord-Nederland heen heb verzameld. In de werkplaats kan ik ontwerpen door te maken, samenwerken, uitleggen en te verzamelen.
Doordat de werkplaats verplaatsbaar is, kan ik overal meteen aan het werk met de ideeën die ik heb opgedaan door de omgeving en de materialen. Ik wil met de werkplaats laten zien hoe we op een andere manier kunnen ontwerpen, en hoop daarmee mensen te inspireren.
Leyla Karaduman
Verwondering en waardering voor het alledaagse
Er is zoveel in de wereld waar we ons druk over maken, waar we een mening over hebben en waar we aan willen of zelfs moeten voldoen. Elke dag zijn we hier mee bezig, bewust en onbewust. Er is nauwelijks een moment van waardering voor de dingen die we als vanzelfsprekend zien. Momenten, handelingen, gebeurtenissen en objecten die aan ons oog voorbijtrekken omdat we ons te druk maken over grote zaken die we niet kunnen overzien.
Als ontwerper vind ik het belangrijk om verwondering en waardering los te maken voor het alledaagse, om ons weer open te stellen voor onze omgeving en onze manier van kijken te veranderen. Er is zoveel te zien als je maar goed kijkt en er de tijd voor neemt.
Als mens kunnen we onze omgeving beter in ons opnemen zodra we rust ervaren en ons geborgen voelen. Vandaar dat ik deze twee elementen inzet in mijn ontwerpen. Door de ruimte te vangen en in te kaderen zullen elementen van die ruimte je doen opvallen waar je normaal gesproken niet bewust aandacht voor hebt.
Lisanne Wisman
Paviljoen van de vele relaties
Verwevenheid zie ik in de manier waarop onze omgeving in elkaar zit.
Alles heeft een eigen rol, brengt een eigen verschil.
De reiger die als een vlieger met krachtige wind rakelings over mijn hoofd vliegt en steeds kleiner wordt in de helderblauwe lucht. De lucht waaruit druppels vallen die de planten opnemen. De druppels op het raam die in aantal toenemen. Het raam waardoor ik dit waarneem dat een verbinding vormt tussen binnen en buiten. De muur waarin dit raam zit houdt mensen en ruimtes bij elkaar – maar scheidt ook de woonkamer van de gang. De gang maakt het voor mij mogelijk om tussen ruimtes te wisselen. En wijst mij op de voordeur, die het voor mij mogelijk maakt om na een paar stappen de druppels op mijn huid te voelen. Het raam vormt een verbinding tussen waar ik nu sta en waar ik net stond.
Dagelijks bewegen we ons door het web van relaties, waar wij zelf ook een rol in spelen.
Maud van Gaasbeek
Ruimte voor verrassing
Om je in te kunnen leven in andere mensen moet je het perspectief van de ander kunnen innemen. Ik ben gefascineerd door de gedachtegang van mensen over een onderwerp. De plek waar jij je bevindt is van invloed op hoe je naar iets kijkt. Standpunten kunnen ook fysiek van elkaar verschillen. Het verplaatsen van standpunt kan verrassingen opleveren die je aan het denken zetten. Het zijn deze verrassingseffecten die mijn ontwerpen kenmerken.
Ik gebruik in mijn ontwerpen ‘gezichtspunt’ en ‘observatiemoment’ als ruimtelijke metaforen voor de invalshoek, om zo het verschil in perspectief bij discussies te tonen en gedachte aan ruimtelijke aspecten te kunnen koppelen. De situatie blijft in deze gevallen hetzelfde, maar je positie of het moment verandert.
Mijn ontwerp laat nieuwe ruimtes ontstaan in woonkamers van starterswoningen. Door te spelen met perspectief in vormen zoals aanpasbaarheid, dichtheid en ruimtelijkheid is het ontwerp steeds verschillend te ervaren. Zo bied ik starters ruimte voor een open visie.
Meggi Pols
Verbinding door ongemak
Van jongs af aan ben ik vaak van woonplek veranderd. Bij weer een nieuwe verhuizing en nieuwe ontmoetingen was telkens een gevoel van ongemak aanwezig. Toentertijd vond ik dat niet leuk, maar achteraf besef ik dat ongemakkelijke situaties een deel van ieders leven uitmaken en daaruit verbindingen kunnen ontstaan. Ongemak associeer ik met zowel een figuurlijke als een fysieke grens waar je als persoon overheen moet. Wanneer je uiteindelijk over die grens heen bent, ervaar je opluchting en verbinding met je omgeving.
We leven in een samenleving waarin mensen steeds meer vervreemd van elkaar raken. Als ontwerper hou ik me daarom bezig met hoe verbinding kan ontstaan door ongemak te creëren binnen ruimtes. Als locatie voor mijn afstudeerproject heb ik het bestaande park Eekhout in Zwolle uitgekozen. Het park is een plek die de mogelijkheid biedt om gesprekken te hebben over het rouwproces van het verliezen van een thuis.
Melisa Öğeç
Reis door de Tussencultuur
Het opgroeien met twee verschillende culturen, waarin de normen en waarden sterk van elkaar verschillen, veroorzaakt moeilijkheden en beïnvloed de identiteit. Ik heb dit ervaren als een emotionele reis die begon met een gevoel van anders-zijn en eenzaamheid.
Pas toen ik beide kanten van deze positie kende en had ervaren, ontdekte ik de unieke en positieve aspecten ervan. Dit proces vereiste openheid en een ruimte voor gesprekken over culturele diversiteit.
Deze reis wordt weerspiegeld in een ruimte bestaande uit drie zones: het ruwe, de tussenruimte en het unieke. Uiteindelijk vond ik een plek waar ik mezelf kon zijn zonder de verwachting om me aan te passen aan een specifieke cultuur, dit staat voor de derde zone. Deze ruimte, waar begrip en respect groeien, verbindt verschillende gemeenschappen en versterkt de onderlinge banden, met behulp van het contrast en de tussenruimte. Het is een plek van zelfbewustzijn, waar individuen zich kunnen uiten en thuis kunnen voelen, wat essentieel is voor mijn ontwerpen.
Naomi Codee
Spanning Verbindt
Ik wil dat we de ander buiten onze sociale bubbel zien staan. We leven in een tijd waarin het leven van mensen die niet in ons netwerk zitten steeds meer langs ons heen gaat. Het is een grote drempel om uit onze veilige omgeving te stappen. Daarom moet architectuur ons nieuwsgierig maken.
Spanning helpt om de drempel over te stappen en oude ruimtes achter te laten. Zo word je even opgenomen in de spanning van het ‘tussen’. Eenmaal over de drempel stap je in een nieuwe ruimte en heb je de bubbel doorbroken. Op deze manier kan er een transitieruimte ontstaan waar men de ander kan zien staan. Een plek waar je door de spanning in de architectuur uit je sociale netwerk wordt getrokken.
Natalie Zwanepol
Aanpasbare architectuur in casestudy voor daklozen
Ik wil dat iedereen kan participeren in de maatschappij en in deze huidige maatschappij is dat niet mogelijk. Ik vind de samenleving nu heel erg exclusief. En huidige architectuur ondersteunt die exclusiviteit. Door architectuur anders vorm te geven, werk ik aan een meer inclusieve maatschappij. Wanneer iemand wordt buitengesloten heeft dat invloed op elk element in hun leven. Daarom is inclusiviteit erg belangrijk. Als voorbeeld zijn mensen die buitengesloten worden vaak fysiek minder fit. Ik werk aan die inclusieve maatschappij door middel van aanpasbare architectuur. Aanpasbare architectuur is architectuur waar je de ruimtes kan veranderen door bewegende onderdelen toe te voegen. Als voorbeeld onderdelen die kunnen klappen, draaien of schuiven. Of door aanpassingen uit te voeren met licht, geluid of water. Door middel van die aanpasbaarheid ontwerp ik ruimtes waar iedereen hun beste zelf kan zijn en ondersteund voelt door de ruimte
Rianne Zetstra
Licht in de klas
Licht is heel belangrijk in ons leven. Het zorgt voor energie en reguleert ons lichaam. Ook bepaalt het hoe we onze omgeving zien en ervaren. Toch krijgt het niet de aandacht die we het zouden moeten geven. Zo ook in het klaslokaal. Daglicht dat binnenkomt aan de ene kant van het lokaal en de donkere gang aan de andere kant zorgen voor een onevenwichtige verdeling van het licht. Om het licht gelijkmatiger te krijgen gaan de tl-buizen aan, maar die geven zoveel licht dat het lesboek met het glanzende papier niet meer leesbaar is.
Juist aan licht, dat een zo belangrijke factor is voor onze concentratie, ons natuurlijk ritme en onze energie, zouden we meer aandacht moeten besteden. Voor mijn afstuderen heb ik onderzoek gedaan naar hoe het klaslokaal eruitziet wanneer je het vanuit licht ontwerpt. Licht vormt de ruimte en de ruimte op haar beurt kan inspelen op het licht.
Ricky Donker
Sense
We leven in een tijd waar statische architectuur de standaard is. De huizen waarin wij wonen en de gebouwen waarin wij werken zijn in vorm vastgelegd en sinds hun bouw onveranderlijk. In tegenstelling tot deze statische architectuur zijn wij mensen continu in beweging; we zijn gevoelig voor onze omgeving en anderen. Zo zien en horen wij elkaar in interactie en passen we ons voortdurend aan aan de architectuur om ons heen. Maar te midden van deze dynamiek geven de gebouwen niet mee en blijven ze ongevoelig, in stilte.
Ik vraag me af hoe ik deze twee uitersten dichter bij elkaar kan brengen. Kan ik mij net zo gezien voelen door architectuur als dat ik mij gezien voel door andere mensen?
Mijn afstudeerproject Sense is een manifest voor een nieuwe manier van ontwerpen, waar ik met beweging en interactie meer ruimte wil maken voor menselijkheid. Met een toekomstgerichte blik bevraag ik de grenzen van de huidige architectuur en geef vorm aan een alternatief voor de statische standaard.
Roàn de Jong
JOUW WOORD, MIJN LIJF!
Als ontwerper strijd ik voor de bevrijding van het vrouwelijk lichaam van de verwachtingen en normen van buitenaf. Met mijn werk streef ik ernaar vrouwen het gevoel van autonomie terug te geven. Dit doe ik door een lichamelijke interactie met de ruimte te stimuleren, waardoor ze zich bewuster kunnen worden van hun eigen lichaam en de positie die het inneemt.
In het openbaar vervoer vindt veel intimidatie plaats, vooral bij vrouwen. Meestal in de vorm van vervelende opmerkingen of ongewenste aandacht. Dit zorgt ervoor dat de verbinding met het eigen lichaam onder druk komt te staan. Mijn ontwerp voor een perron biedt de mogelijkheid de ruimte lichamelijk te ervaring waardoor deze verbinding versterkt wordt. Zo ervaren vrouwen hun lichaam vanuit een gevoel van binnenuit, los van de objectiverende woorden en blikken van buitenaf, waardoor ze sterker in hun schoenen staan en bestand zijn tegen intimidatie.
Rozemarijn Boomgaard
De nieuwe schoolstraat: Ruimte voor verbinding en samenzijn
Om de prestatiedruk op de middelbare school te verminderen is het belangrijk dat kinderen van elkaar leren en elkaar ontmoeten.
Voor mijn afstudeeropdracht maak ik een ontwerp voor de schoolstraat in de Jacobus Fruytier scholengemeenschap. De schoolstraat is een wijde, lange gang op de begane grond van mijn oude middelbare school. Ze heeft verschillende functies: een doorstroomruimte, een plek om pauze te houden en om je tussenuren door te brengen.
Ik wil met dit ontwerp de druk om constant te moeten presteren wegnemen door deze plek opnieuw in te richten tot een rustige en speelse omgeving die de kracht heeft om mensen bij elkaar te brengen.
Dit wil ik voor elkaar krijgen door drie elementen:
- Sturing van de leerlingen in de ruimte.
- Gelaagdheid van muren en doorgangen.
- Ruimtelijke positionering van bijvoorbeeld hoogtes.
Deze drie elementen zijn essentieel om het ontmoeten te stimuleren waaruit spontane gesprekken kunnen voortvloeien zonder dat het geforceerd overkomt. Leerlingen kunnen zo de aandacht aan elkaar geven en even niet met presteren bezig zijn.
Shayna Cornelisse
Hip Hop in architectuur
Ik ben Hip Hop danser en vind dat Hip Hop niet alleen een rijke bron is van fysieke beweging maar ook een manier van denken en in de wereld zijn. Hierdoor is Hip Hop in staat om architectuur te hervormen naar een unieke, expressieve en representatieve vorm.
Net als Breakdancing, Graffiti, DJing en MCing is Hip Hop architectuur gebaseerd op flow, gelaagdheid en breuk van lijnen. Deze drie pijlers worden consequent gebruikt om inconsistente eindresultaten en ontwerpen te creëren, waardoor ook architectuur kan Freestylen. Als danser werk ik vanuit freestyle waarbij het lichaam het instrument is. De basisprincipes van Hip Hop- Peace, Love, Unity & Having Fun- converteer ik naar een ontwerpmethode in architectuur.
Mijn Hip Hop Houding, bestaande uit de Hip Hop cultuur en dans, zorgt voor een nieuw perspectief op onze gebouwde omgeving en de herinterpretatie van het gebruik ervan. Hip Hop is een overvloedige en veelzijdige fundering, noodzakelijk voor de evolutie van architectuur.
E. Simke Havinga
De verzorgende ruimte
De afgelopen jaren heb ik een visie ontwikkeld waarin het uitgangspunt draait om behulpzaamheid omtrent psychisch discomfort. Het belangrijkste aan mijn ontwerpen is het doel om de interpersoonlijke zorg te verlengen met ruimtelijke zorg. In de GeestelijkeGezondheidsZorg sector heerst een taboe en druk, waardoor er veel wachttijden zijn en personen geen hulp ontvangen. In onze dagelijkse leefomgeving kunnen we middels ruimte een omgeving vormen waar dit discomfort verlicht of overbrugt kan worden. Dit is vormgeven aan de hand van drie elementen die van belang zijn voor mijn visie: (1) activering, (2) ruimtelijk discomfort verbonden aan ontlading en (3) het overzicht dat na de zoektocht komt. De associaties die gebruikers hierin maken, leiden ertoe dat we op eigen unieke wijze door de ruimte controle over ons gedachtegoed kunnen bemachtigen. Het is bovenal een omgeving waar we ons goed mogen voelen. Vandaar dat ik pleit voor bovengenoemde toevoeging van de ruimtelijke zorg.
Trevor van Camp
Het conserveren van herinneringen
Veel mensen kennen nog wel de grote eikenhouten meubelen die bij hun grootouders thuis stonden. Het zijn de pronkstukken van hun tijd en ze gaan een leven lang mee, soms zelfs langer. Maar wat gebeurt er met die meubels als onze grootouders overlijden? Komt er dan ook een einde aan de levensloop van deze parels? Vaak worden de eigendommen verdeeld in de erfenis en blijven de meubels staan. Dat is zonde. Er zitten veel herinneringen aan die we graag zouden bewaren, maar waar we domweg de plek niet voor hebben. In mijn ontwerpen conserveer ik herinneringen in een nieuw meubel, in een ontwerp dat wordt aangepast aan de herinneringen van de gebruiker. Het zijn de krassen die je als klein kind hebt gemaakt in de eettafel of de krullen die op de grote servieskast zaten. In mijn ontwerpen wil ik deze verhalen samen met de onderliggende schoonheid van het gebruikte materiaal laten zien.